Have any questions? Feel free to contact us:
+1 701 378 2212
info@stylemixthemes.com

Gelukkiger leven zonder het CBF

Kent u ‘het scheermes van Ockham’, ook wel de wet van de spaarzaamheid genoemd? Het is de stelling van een 14e eeuwse franciscaner monnik Willem van Ockham dat simpele verklaringen en oplossingen altijd superieur zijn aan (onnodig) complexere. Als we Ockham’s scheermes (nog steeds door de moderne wetenschap gebruikt) zouden inzetten voor het tegenwoordige ANBI-toezicht,…

Kent u ‘het scheermes van Ockham’, ook wel de wet van de spaarzaamheid genoemd? Het is de stelling van een 14e eeuwse franciscaner monnik Willem van Ockham dat simpele verklaringen en oplossingen altijd superieur zijn aan (onnodig) complexere. Als we Ockham’s scheermes (nog steeds door de moderne wetenschap gebruikt) zouden inzetten voor het tegenwoordige ANBI-toezicht, dan valt er nog flink wat te snijden. Het gedrocht dat de afgelopen jaren is opgetuigd dreigt zelfs nog groter en complexer te worden dan het al is. Meer regels, meer papierwerk, meer toezichthouders. En dat is eigenlijk voor alle stakeholders een slechte zaak, zoals ik met Orchestra in de afgelopen tien jaar heb ondervonden.

De compliance-lasagne

Administratie, beheer en toezicht zouden in dienst moeten staan van de maatschappelijke impact van het goede doel, maar in de praktijk komt daar steeds minder van terecht. Steeds meer uren en kosten gaan zitten in een compliance-lasagne, die in steeds meer lagen over al die stichtingen en verenigingen worden uitgesmeerd. Iedereen bemoeit zich er tegenaan met z’n eigen verdienmodelletje. Kon dat maar efficiënter, goedkoper en minder vanuit systemisch wantrouwen…

Commissie van wijzen

De ANBI-lasagne is weer actueel nu er een evaluatierapport met aanbevelingen over de huidige regelgeving ligt. In opdracht van staatssecretaris Van Rij onderzocht een onafhankelijke commissie van drie hooggeleerden (bestaande uit mr. Van Leijenhorst, dr. Leijten en prof. dr. Bekkers), welke mogelijkheden er zijn om het algemeen nut-karakter van ANBI’s beter tot uitdrukking te laten komen. Ook onderzochten ze de huidige ANBI-regelgeving en dachten ze na over aanpassingen die uitvoerbaar zijn door de Belastingdienst (een beknopte samenvatting vindt u op onze website: klik hier).

Eigen veiligheidspoortjes

De commissie is buitengemeen kritisch op de huidige uitvoering van de Belastingdienst: hopeloos onderbezet, onvoldoende en achterhaalde middelen en al helemaal geen kennis aan boord om de algemeen nuttigheid inhoudelijk te beoordelen. Veel meer te spreken is de commissie over de zelfregulering: die blijkt goed te werken. Voor de maatschappelijk meest zichtbare ANBI’s die het grootste deel van de economische activiteiten voor hun rekening nemen is de kans op fraude klein. Dit betreft ongeveer duizend grote goede doelen en vermogensfondsen (leden van ofwel Goede Doelen Nederland ofwel FIN), die zich committeren aan de gedragscodes van hun branchekoepels. De veiligheidspoortjes daarvan werken dus goed, maar ze laten volgens de commissie nog te weinig ANBI’s door. Er vliegen nog te veel niet-zelfgereguleerde ANBI’s onder de radar van de fiscus. Aanbeveling: zet vol gas op de zelfregulering en verhoog de dekkingsgraad. Goed advies, maar helaas zit de duivel altijd weer in de uitvoering…

Meer CBF, minder Belastingdienst?

De commissie van wijzen heeft een heel specifieke aanbeveling over de wijze waarop de zelfregulering effectiever kan worden. Kort samengevat: de Belastingdienst kan het toezicht op goede doelen gerust overlaten aan het CBF, dat via de Erkenningsregeling veel hogere eisen stelt aan ANBI’s dan de fiscus zelf. Door de kosten voor de Erkenningsregeling te verlagen kan het aantal instellingen dat via het CBF onder toezicht staat toenemen. De Belastingdienst heeft met het CBF afgesproken dat de gegevens die ANBI’s voor het Erkenningspaspoort aan CBF aanleveren volstaan voor de publicatieplicht. De Belastingdienst kan het toezicht op vermogensfondsen overlaten aan FIN, dat voor het lidmaatschap als eis stelt dat leden voldoen aan de Code Goed Bestuur.

Meer toezicht is geen beter toezicht

De commissie ziet dus een zwaardere rol voor het CBF als het gaat om fondsenwervende ANBI’s en voor branchevereniging FIN als het gaat om fondsengevende ANBI’s. Met die aanbeveling voor een afgezwakte rol van de Belastingdienst en met name een grotere voor het CBF zet de commissie de poorten open naar verdere versnippering in het al complexe toezichtsveld, want je kunt erop wachten dat het CBF over de uitbouw van haar toezichtstoren weinig gras zal laten groeien: weer méér vragenlijsten, méér certificeringen,  en méér alle compliance nog een keer dunnetjes over. Ockham: waar ben je?

Zo ziet mijn opgeruimde toezichtslandschap eruit

Ik stel voor een grote stap terug te zetten om voorwaarts te kunnen marcheren in effectief toezicht op ANBI’s. In hoofdlijn met de aanbeveling van de commissie over een grotere rol van zelfregulering ziet mijn toezichtslandschap er met dank aan Ockhams scheermes een stuk opgeruimder uit dan nu:

  • als je ANBI wilt zijn, móet je lid worden van ofwel Goede Doelen Nederland (fondsenwervende ANBI’s), FIN (fondsengevende ANBI’s), danwel aangesloten bij CIO (kerken);
  • de brancheverenigingen zijn – gezien de navelstreng met hun achterban – bij uitstek toegerust om de normtoetsing (bent u wel een goed doel en dient u het algemeen nut?) te doen;
  • met een stempel voor de algemeennuttigheid van de aspirant-ANBI kan de aanvraag via de branchekoepel naar de Belastingdienst, die dan vervolgens alleen kijkt naar de fiscale, administratieve, beleidsmatige en bestedingskant van de zaak. Die beoordeelt dan dus of het beoogde algemeen nut ook in de cijfers teruggevonden kan worden;
  • als je ANBI wilt zijn & blijven, ben je verplicht de administratie uit te besteden bij een erkend ANBI-administratiekantoor, dat verplicht is elk jaar de jaarrekening te deponeren bij KvK én bij het ANBI-team van de Belastingdienst.

Wat zijn de voordelen van dit model?

  1. de brancheverenigingen beoordelen aspirant-ANBI’s met al hun inhoudelijke kennis; met alleen toezicht op het type ANBI’s dat ze thans al omarmen;
  2. de brancheverenigingen groeien gestaag in relevantie en leden, en krijgen dus ook meer middelen om hun inhoudelijketoezichtsrol te faciliteren; meer leden betekent ook een lager omslag in contributie per lid;
  3. de groep ANBI’s die thans niet onder SBF, FIN of CIO vallen, bestaat in de praktijk voornamelijk uit subsidieontvangers van (vooral) gemeenten, waar de algemeennuttigheid reeds wordt beoordeeld, en door een gecertificeerd ANBI-kantoor wordt gecontroleerd;
  4. de Belastingdienst heeft én behoudt de taak die ze nu ook al heeft, maar dan wel met meer menskracht dan nu om de taken naar behoren te kunnen uitvoeren;
  5. een gecertificeerde administratie, het eerste paar extra ogen dat meekijkt en fraude kan detecteren, is op deze manier impliciet geborgd; geen horizontaal, maar wél deels gedelegeerd toezicht;
  6. een directe signaleringsverplichting voor de administratiekantoren richting fiscus bij vermoedens van administratieve problemen; indien grotere ANBI’s hun eigen administratie blijven voeren, is een controleverklaring van de accountant nog steeds verplicht en is vandaaruit ook een signaleringsverplichting bij rode vlaggen;
  7. cijferinformatie van alle vergelijkbare doelen is voorhanden voor donateurs.

Wie missen we in dit plaatje?

Een belangrijke consequentie van mijn reshuffle is ook dat de gehele separate toezichtstoren CBF overbodig is geworden als alle inhoudelijke toezichtspoortjes bij de brancheverenigingen staan. Dat scheelt niet alleen een hoop in kosten om het CBF in de lucht te houden en via publieksmedia beroemd te maken (of zelfs uit te breiden, zoals de commissie wil), maar het maakt ook een einde aan de overbodige bureaucratie van – zoals hiervoor al gememoreerd – nog meer vinkjes en alles nog eens dunnetjes overdoen. Het CBF bemoeit zich immers nu ook, net als de fiscus, met de financiën van de goede doelen, terwijl die taak veel beter belegd is bij gecertificeerde administratiekantoren, voor wie dat core business is (en die jaarrekening moet er sowieso komen). Kwalitatief toezicht hoort thuis bij de brancheverenigingen, ‘admin’ bij de admin-kantoren en statelijke controle bij de fiscus. Er is geen toegevoegde waarde van het CBF in dit vereenvoudigde model.

Wij van WC Eend

Maar wacht even, zullen mijn critici zeggen: dat CBF is er toch om het WC-Eend-effect van zichzelf controlerende goede doelen te neutraliseren?

Ik heb dat altijd een merkwaardig argument gevonden: het CBF wordt nu immers ook grotendeels financieel in de lucht gehouden door de goede doelen, dus om nou te zeggen dat die instantie opeens het heilige Zwitserland van de filantropie is? Goed, de burgemeesters hebben wat te zeggen namens “de donateurs” (alsof burgemeesters daartoe gekwalificeerd zijn en alsof goede doelen er niet voor hun donateurs zijn), maar de facto is het CBF een administratieve tijger zonder juridische tanden, die, in weerwil van de publieke perceptie, gewoon een private organisatie is. In een model van zelfregulering waarbij belastinggeld betrokken is, is er ten principale een duaal publiek-privaat model nodig. Je hebt links of rechtsom de fiscus nodig om een controle uit te voeren namens alle belastingbetalers. Dat nu voor 99% te laten voorkoken door een nog verder uit te breiden CBF, riekt vanuit de dualiteit meer naar een ordinaire bezuinigingsmaatregel dan iets anders. Alsof hamerstukken van een private organisatie het belang van de belastingbetalende donateur zo geweldig representeren…

Wij van WC Eend (2)

Maar wacht even, zullen mijn critici opnieuw zeggen: is het niet opvallend dat in Bolle’s geOckhamifiseerde toezichtsmodel de gecertificeerde adminkantoren een glansrol vervullen? Mijn antwoord is: nee, dat is noch opvallend, noch duik ik ervoor als je weet dat ik samen met mijn partners tien jaar geleden Orchestra ben gestart om precies datgene te doen waaraan de filantropiesector juist zo’n behoefte had en in toenemende mate heeft. Namelijk: stichtingen en verenigingen helpen om hun administratie professioneel te beheren, tegelijkertijd kosten te besparen (!) en daardoor het bestedingsbudget te maximaliseren. Kort gezegd: laat de steeds complexere papierwinkel aan de specialisten en maak meer handen, hersens en middelen van het fonds vrij voor de maatschappelijke impact. Als iedere schoenmaker zich bij z’n leest houdt (branchekoepels, aanbestede adminkantoren en fiscus), gaat toezicht werken ten dienste van het goede doel, niet ten koste ervan.

Stop met dat wegdelegeren

Een CBF-loos model van toezicht gaat de zo gewenste zelfregulering eerder versterken dan verzwakken. Er ligt een enorme kans voor de brancheorganisaties om naar voren te stappen en hun maatschappelijke relevantie te versterken door de gehele branche ook écht te vertegenwoordigen! En wij naderen ook een punt dat persoonlijk leiderschap en verantwoordelijkheid een keerpunt moeten zijn in de huidige compliance race to the bottom: toezicht op toezicht, regels op regels. Opnieuw: compliance is iets wezenlijk anders dan transparantie of toezicht (governance). Problemen in de samenleving los je niet op door wéér nieuwe certificaten van anderen te introduceren. Stop nou eens met het almaar wegdelegeren van verantwoordelijkheden.

En stop de toezichtsziekte

Ik hoop dat de bestuurders van de brancheverenigingen hun kans ook pakken voordat de voortwoekerende toezichtsziekte zich verder meester maakt van de overheid en volksvertegenwoordigers, die met het ANBI-rapport van de drie wijzen in de hand verder gaan kleien aan overbodige toezichtslagen. Daar zijn vast veel electorale en financiële belangen mee gediend. Het algemeen nut hoort daar helaas niet bij. Om een sprong voorwaarts te nemen, moet je soms een stap achteruitzetten. Willem van Ockham: kom maar op met je scheermes!

Auteur: Orchestra