Na hun eerste brandbrief aan minister Kaag van Financiën over de grote gevolgen van de-risking door banken, heeft een groot aantal maatschappelijke organisaties zich genoodzaakt gezien om op 14 april opnieuw een brandbrief te sturen naar aanleiding van antwoorden van de minister op de eerste. In deze tweede brief wordt gevraagd om vier concrete acties. De organisaties,…
Na hun eerste brandbrief aan minister Kaag van Financiën over de grote gevolgen van de-risking door banken, heeft een groot aantal maatschappelijke organisaties zich genoodzaakt gezien om op 14 april opnieuw een brandbrief te sturen naar aanleiding van antwoorden van de minister op de eerste. In deze tweede brief wordt gevraagd om vier concrete acties. De organisaties, waaronder Goede Doelen Nederland en FIN, dringen aan op spoedoverleg met de minister op korte termijn.
In brandbrief nummer twee vragen de organisaties om snel ingrijpen zodat non-profits, zoals goede doelen en vermogensfondsen, op korte termijn gebruik kunnen (blijven) maken van financieringsmogelijkheden en betalingsverkeer. Anders bestaat de kans dat hulp bij urgente maatschappelijke problemen en het bieden van noodhulp ernstig onder druk komt te staan.
Verder benadrukken de partijen dat bij overheidsbeleid sprake moet zijn van een redelijke verhouding tussen toegang tot het betalingsverkeer enerzijds en bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering anderzijds: “Dit betekent dat beperkingen voor non-profit organisaties die voortvloeien uit de Wwft noodzakelijk en proportioneel moeten zijn en dat er sprake moet zijn van een gerichte en geactualiseerde risicobeoordeling van de sector en van de betrokken organisaties. Deze mag niet leiden tot onevenredige vereisten of tot een ongepaste beperking van de toegang van non-profit organisaties tot financiële diensten.”
Daarbij vragen de ondertekenaars ook dat de richtlijnen die aan banken worden opgelegd opnieuw tegen het licht te houden omdat de markering van de charitatieve branche in het hoog risico-spectrum een goede onderbouwing ontbeert. Tot slot wordt gepleit voor een grotere rol en meer inbreng van het maatschappelijk middenveld bij de vervolgstappen van de minister ten aanzien van dit dossier.
De eerste brandbrief is hier te lezen
De volledige brief is hier te lezen
Voor ons artikel over de eerste brandbrief: klik hier