Have any questions? Feel free to contact us:
+1 701 378 2212
info@stylemixthemes.com

Toezicht: van vorm naar inhoud

In mijn vorige column kaartte ik het probleem aan dat governance tegenwoordig is verworden tot een “compliance-race to the bottom”: het is veel minder “toezien op” en steeds meer “voldoen aan”. In deze bijdrage wil ik me vooral richten op de mogelijkheden aan de genoemde race te ontsnappen. Kernwoorden hierbij zijn “context” en “verhaal”. Een…

In mijn vorige column kaartte ik het probleem aan dat governance tegenwoordig is verworden tot een “compliance-race to the bottom”: het is veel minder “toezien op” en steeds meer “voldoen aan”. In deze bijdrage wil ik me vooral richten op de mogelijkheden aan de genoemde race te ontsnappen. Kernwoorden hierbij zijn “context” en “verhaal”. Een pleidooi voor terugkeer naar de inhoud. 

De hoofdtoezichthouders zoals AFM en DNB hebben toezicht een opdracht gemaakt voor een hele rits aan gedelegeerde toezichthouders, waarvan Orchestra er een is. Notaris, bank, consultant, vermogensbeheerder, financieel planner…allemaal fungeren ze als vooruitgeschoven compliance-agenten aan de frontlinie met hun klanten. Hun dienstwapen: almaar uitdijende afvinklijsten. Allemaal worden de compliance-dienders als de bovenliggende partij voor de dossiervorming gepositioneerd, maar overal in de keten wordt de verantwoordelijkheid óók bij anderen gelegd. Zo wordt er verdeeld, maar bepaald niet geheerst door het breed uitsmeren en wegdelegeren van eindverantwoordelijkheid. En wat erger is: het doel van toezicht, het voorkomen van onoirbaar handelen, raakt juist steeds verder uit het zicht.

In een reactie op mijn analyse van deze kostbare en voor veel partijen profijtelijke toezichtmolen – niemand ziet door de compliancebomen immers nog een bos! – zei de bekende fiscaal-jurist dr. Ineke Koele het volgende: ‘Meer complianceregels leiden paradoxaal genoeg juist tot minder accountability. Juist een ANBI kan met alle middelen uitstekend aantonen dat het aan haar maatschappelijke doel gecommitteerd is en dat haar vermogen uitsluitend voor dat doel wordt aangewend. Dat raakt uit het zicht door al die regeltjes. Wat hier juist nodig is, is een sluitend verhaal: ‘a conclusive narrative’.’

Dat is wat mij betreft de spijker recht op z’n kop. In de eerste plaats is compliance duidelijk geen synoniem voor good governance: de heilige graal die we allen zoeken. Meer regels en data – die ik in een baldadige bui ook wel “datapornografie” heb genoemd – leiden niet tot meer bestuurlijke integriteit of een adequate governancestructuur voor het goede doel. Ze geven hooguit perverse prikkels voor een profijtelijke en door angst gedreven compliance-industrie waardoor investeren in het middel (compliance) het doel (good governance) volledig ondersneeuwt.

Een beleid dat gericht is op grotere bestuurlijke integriteit en het voorkomen van onoirbaar gedrag wordt juist wél gediend door de context, het verhaal achter de data, zoals Koele terecht constateerde. Deze kwalitatieve component is intussen verdwenen achter een gedigitaliseerde compliancemuur bij de grote bewaarbanken en vermogensbeheerders. Door de almaar voortgaande consolidatie zijn de grote spelers enorme money mainports geworden. In die hoge volume geldhavens moeten de vermogens van miljoenen klanten gecontroleerd worden. Elke klant op kwalitatieve wijze “inklaren” is geen optie, dus is er de vlucht voorwaarts in de genoemde uitdijende vragenlijsten, quick scans, coderingen en risico-analyses. Een vlucht die de toezichthouder trouwens bepaald niet ontmoedigt en die daardoor bijdraagt aan de vorming van steeds grotere en moeilijk bij te sturen molochs.

Hier openbaart zich de toezichtparadox dat in die datapornografische, papieren werkelijkheid voor kwaadwillenden juist ruimte ontstaat om binnen vooraf gestelde tolerantiegrenzen hun gang te gaan. Als klanten eigenlijk formulieren zijn geworden, is er domweg geen ruimte meer voor ‘het verhaal erachter’. Geen ruimte voor ‘smart questions’. De conclusie: in het streven naar good governance is big no longer beautiful! En dat is het wat mij betreft ook nooit geweest.

We hebben met elkaar klaarblijkelijk besloten “pech moet weg”: alle criminaliteit kan opgespoord worden! En mocht dat niet lukken, dan verzwaren we gewoon het toezicht weer. A never ending story. Hoe deze toezichtparadox op te lossen?

Ik pleit voor meer en duidelijker verantwoordelijkheid van de gedelegeerde toezichthouders. Wij moeten – terecht – voldoen aan strenge eisen op het gebied van ons beleggingsbeleid, onze eigen procedures, uitbestedingsbeleid, financiële huishouding, IT en van goed opgeleid personeel. Maar klaarblijkelijk is dat niet voldoende. Waarom zijn onze toezichtkosten 300% gestegen als wij daarnaast door minimaal twee andere partijen nog een kopie van al die checks moeten ophoesten? Als de bewaarbank alles moet weten, laat Orchestra dan niet ook nog een dossier bijhouden. En vice versa. Geef ons dan die verantwoordelijkheid als toegewezen toezichthouder die zelf onder strikt toezicht staat. Dat is vast doodeng en gaat in tegen de “pech moet weg-doctrine”, maar het is een eindverantwoordelijkheid waarvoor wij niet weglopen.

Als de bewaarbank het al niet uitgebreid gedaan heeft, vinden wij het uitstekend om een klant nader te bevragen over de herkomst van zijn vermogen, maar we doen dat dan graag ook op een kwalitatieve manier. In de context van zo’n klant. En niet als tegenstander van regelgeving of ontmantelaar van het gehele systeem, maar als advocaat voor een doelgerichter regelgeving en compliance waar vorm plaatsmaakt voor inhoud met intelligent doorvragen. A hell of a job ongetwijfeld. Ik citeer daarvoor graag nog een keer Ineke Koele: “Vertrouwen op medewerkers blijkt voor de meeste organisaties een stuk lastiger te realiseren dan een fictieve werkelijkheid gebaseerd op lijstjes, hokjes en classificaties.”

Toch zullen we naar dat vertrouwen toe moeten. Die wordt gevoed door moed. De moed om verantwoordelijkheid te dragen. Omgaan met tegenslagen en de feilbaarheid van ons menselijk handelen horen bij een leven waar je pech niet volledig kunt weg-checken. Het is tijd om te stoppen met bukken voor weer meer regels (vorm). Het is hoog tijd om op te staan voor de inhoud.

Lees de column ‘Stop de toezichtszucht’ van Roderik Bolle: klik hier


Raad & daad

Wilt u weten welke hoe wij uw organisatie kunnen ontzorgen met governance, administratie en beheer, o.a. met behulp van ons veilige online platform ‘Mijn Orchestra’? Neem rechtstreeks contact op met Roderik Bolle, managing partner van Orchestra: r.bolle@orchestra-contact.com

Author: Orchestra