Samen met SEO Amsterdam Economics onderzocht Paul Smeets, Professor of Philanthropy and Sustainable Finance (UvA), voor het Ministerie van Financiën de effecten van de giftenaftrek op donaties. De belangrijkste conclusie is dat de giftenaftrek wel doeltreffend is, omdat deze het geven aan goede doelen en cultuur stimuleert, maar daarentegen niet doelmatig omdat er weinig extra wordt gegeven door de…
Samen met SEO Amsterdam Economics onderzocht Paul Smeets, Professor of Philanthropy and Sustainable Finance (UvA), voor het Ministerie van Financiën de effecten van de giftenaftrek op donaties. De belangrijkste conclusie is dat de giftenaftrek wel doeltreffend is, omdat deze het geven aan goede doelen en cultuur stimuleert, maar daarentegen niet doelmatig omdat er weinig extra wordt gegeven door de giftenaftrek en de regeling de overheid meer kost dan het voor de goede doelen oplevert.
Staatssecretaris van Financiën Van Rij heeft het rapport “Geven en nemen”- in het kader van de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek – met de evaluatie van de giftenaftrek in de jaren 2026-2021 naar de Tweede Kamer gestuurd. Het onderzoek is uitgevoerd door het onafhankelijke onderzoeksbureau SEO. Voor het onderzoek is onder meer gebruik gemaakt van interviews, een enquête, een gedragsexperiment en data-analyse.
Om de conclusies van het onderzoek te verduidelijken geeft prof. Paul Smeets een voorbeeld van de doeltreffendheid en doelmatigheid: “een donateur verhoogt door de giftenaftrek de donatie van €100 naar €120 in de wetenschap dat hiervan €40 terugkomt via de belastingaftrek. Er gaat dus €20 van de overheid naar de donateur en ook €20 extra naar het goede doel.”
Het argument dat de regeling niet doelmatig is, wordt geregeld gebruikt om de gehele giftenaftrek ter discussie te stellen. Die discussie raakt daarbij het grondmotief van de regeling. De giftenaftrek is een aftrekpost in de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting. Het doel van de aftrek is het stimuleren van geefgedrag aan algemeen nut beogende instellingen (ANBI’s) en steunstichtingen van een sociaal belang behartigende instelling (SBBI) om hun financiële positie te versterken. Voor giften aan culturele ANBI’s (de ‘multiplier’) is er een extra aftrek van 25% (met een maximum van €1.250) in de inkomstenbelasting en 50% (met een maximum van € 2.500) in de vennootschapsbelasting om het ophalen van private financiering verder te ondersteunen.
Principiële voorstanders van de regeling vinden dat de overheid trouw moet blijven aan haar intentie om de geefbereidheid te stimuleren en zich niet moet laten leiden door economische uitgangspunten. Een vocale voorstander van deze zienswijze is onder anderen fiscaal-jurist mr. dr. Ineke Koele. Zij zegt: “Als economen het over de giftenaftrek hebben, gaat het altijd over de kosten en baten van de regeling. Nooit wordt onder ogen gezien door deze discipline, dat het – binnen een raamwerk van voorwaarden – defiscaliseren van filantropische geldstromen een beginsel is van een democratische liberale rechtsstaat. Dat mensen met hogere inkomens meer schenken en dus meer gedefiscaliseerd worden door deze schenking, is niet in strijd met het draagkrachtbeginsel in de inkomstenbelasting, maar juist een zuivere toepassing daarvan. De overheid heeft geen monopolie op het algemeen nut en de giftenaftrek gaat dan ook niet om efficiency maar om een kernwaarde van een democratische samenleving! Anders gezegd: mensen hebben de vrijheid, binnen de wettelijke voorwaarden uiteraard, om te kiezen welk algemeen nut zij ondersteunen zonder daarbij de concurrentie van de staat te ervaren. Dat heet pluralisme. Door alle pluralistische visies op het algemeen nut, wordt onze civil society vormgegeven. Door steeds te tornen aan de giftenaftrek, gaat de staat de concurrentie aan met de civil society en dat is bepaald beschamend!”
Voorstanders van afschaffing of verschraling van de regeling beargumenteren dat de giftenaftrek de overheid te veel kost; dat vooral een vermogende elite er gebruik van zou maken en ook dat er door ondercapaciteit geen handhaving mogelijk is, waardoor misbruik op de loer ligt.
De onderzoekers geven beleidsopties om het pijnpunt van de doelmatigheid te verbeteren bínnen de giftenaftrek:
Tegelijkertijd schetsen de onderzoekers ook een beleidsoptie búiten de giftenaftrek: giftensubsidie. Die zou doelmatiger kunnen zijn. Het Verenigd Koninkrijk maakt gebruik van zo’n giftensubsidie. Bij de geefsubsidie ontvangt het goede doel in aanvulling op de gift een percentage dat samenhangt met de hoogte van de gift, in plaats van de gever. Dit subsidiesysteem wordt ‘matching’ genoemd doordat de overheid de gift matcht met een subsidiepercentage. Bij de invoering van een geefsubsidie zou de uitvoerbaarheid voor de overheid en de gever verbeteren, maar daarentegen de uitvoerbaarheid voor goede doelen juist verslechteren. Een aanvullend nadeel volgens de onderzoekers is dat er organisaties zijn die bewust geen directe overheidssubsidie willen ontvangen vanwege onafhankelijkheid. Prof. Smeets c.s. stellen daarom: “Meer onderzoek is nodig naar de transitie van de giftenaftrek naar een giftensubsidie.”
Het rapport kunt u downloaden via deze link.